Zaaien
Zaaien is een belangrijk onderdeel van tuinieren. Het biedt de mogelijkheid om snel en goedkoop bepaalde planten te vermeerderen. Je kan groente voor je moestuin zaaien, vaste planten, meerjarigen en eenjarigen. Zelf zaaien heeft zowel voordelen als nadelen. Voordeel is dat het relatief goedkoop is. Daarbij is het proces van zaaien, ontkiemen en opkweken erg leuk om te volgen. Nadeel is dat het proces soms best lang duurt en wel eens mislukt. Verder heb je ruimte nodig om te werken, op zijn minst een buitentafel. Voor een kleine tuin is een koude bak heel handig. Door het glas aan de bovenkant wordt het met een zonnetje al gauw lekker warm en dus ontkiemen de zaden sneller. Ook blijven de jonge plantjes beter beschermd. Voor een wat grotere tuin is een kas heel handig. Niet alleen de ruimte om zaaisels te plaatsen, maar ook een fijne plek om werken. Het is heerlijk om in het vroege voorjaar met mooi weer in de kas te zijn. Temperatuur loopt al gauw lekker op.
Begin met niet te veel verschillende soorten tegelijk. Voor het zaaien van groente verwijs ik je graag naar deze pagina. Het zaaien van vaste planten kan op verschillende manieren. Je kan ter plekke in voorbereide grond zaaien of voorzaaien in trays of bakjes. Ik zaai praktisch alles voor in de kas. Doordat in het voorjaar de temperatuur daar overdag snel oploopt maar ’s nachts nog gewoon koud is, ontkiemen zaden sneller. De kwetsbare zaailingen zijn ook beter beschermd tegen extreem weer. Natuurlijk kan voorzaaien zonder kas ook goed. Het ontkiemen kan iets langer duren, maar de jonge plantjes zijn erg sterk.
Maak eerst goede zaaigrond. Meng 2 delen potgrond (Aldi) met 1 deel brekerszand (bouwmarkt) luchtig door elkaar. Vul de trays of zaaibakjes met de zaaigrond. Tuincentra hebben mooie kweekbakjes te koop met een plastic kap. Voordeel is dat het werkt als een soort minikasje. Het wordt er warmer en de zaaisels zijn beschermd. Wel zijn ze erg kostbaar. De plastic vleesbakjes van de supermarkt zijn ook prima te gebruiken. De transparante bakjes kunnen ook goed als kap gebruikt worden. Kleine zaadjes kun je heel dun verspreiden over de grond. Grotere zaden zijn makkelijker per stuk en iets dieper te zaaien. Probeer ook de verleiding te weerstaan om te veel te zaaien. De kleine zaailingen groeien uit tot flinke planten en nemen later veel ruimte in. Uiteindelijk heb je altijd een overschot aan jonge plantjes. Probeer daarom eerst uit hoe het zaaien gaat en kijk het jaar er op hoeveel je van welke plant hebben wilt en hoeveel ruimte beschikbaar is.
Eenjarigen zijn over het algemeen zo makkelijk te zaaien dat ze direct in de volle grond kunnen, vanaf half april. Als je potten wilt vullen kan je ook daar direct in zaaien. Zet overal wel stokjes of prikkers bij, zodat goed te zien is wat zaailingen zijn en wat onkruid. Onkruid begint in het voorjaar eerder te groeien dan dat de zaden ontkiemen. Het is de eerste tijd best lastig het verschil te zien.
Zoek een luwe plek in je tuin waar je de zaaibakjes neer zet. Overdekt ( of kas) is wel het best, een flinke regenbui kan jonge zaailingen behoorlijk beschadigen. Ook kunnen zaaibakjes overstromen en spoelen zaden weg. Zorg dus dat er altijd gaatjes onderin de bakjes zitten. Een glasplaat of plastic kan uitdrogen voorkomen en de grond wordt warmer. Zodra de zaden ontkiemen kan de plaat er af, anders kunnen de jonge zaailingen gaan schimmelen. De grond mag niet uitdrogen dus sproei regelmatig met een plantenspuit.
Wanneer de jonge zaailingen hun bakje uitpuilen is het wel tijd om ze over te zetten in een grotere pot. Direct in de volle grond zetten is dan nog wat riskant. Een flinke plensbui of een hongerig slakje kan maar zo het einde betekenen van je kwetsbare plantjes. Uitplanten in groteren potten kan per zaailing apart of met een groepje. Veel vaste planten zoals dropplant, Monarda, Heliopsis en eenjarigen zet ik met een bosje tegelijk in een potje om ze zo verder te laten opgroeien.
Als je in maart begonnen bent met zaaien zijn de jonge planten rond eind mei sterk genoeg om de grond in te kunnen. Het aantal zonuren en dagtemperatuur loopt op en er is weinig kans meer op nachtvorst. Binnen een paar dagen zie je ze al zo sterk in de grond staan dat er weinig geks meer kan gebeuren. Om toch de kans op slakkenvraat te verkleinen kan je er in het begin nog iets overheen zetten. Er zijn prachtige speciale glazen cloches te koop, maar die zijn erg duur. Een afgeknipte plastic fles werkt prima. Andere optie is om schelpengrit om de planten heen te strooien, daar gaan slakken niet zo snel overheen.
Vanaf nu zie je de planten in rap tempo opgroeien. Je hoeft er niet veel meer aan te doen. Onkruidvrij houden van de grond en misschien een keer een slokje water bij droogte.
Succes!