Vinkenverhaal
Op 2 juni van dit jaar liepen wij met onze hond, zoals elke avond, een rondje door het bos. Halverwege onze wandeling zagen we een jong vogeltje op de grond zitten. Net een paar dagen uit het ei en vrij hulpeloos. Hij zat er waarschijnlijk nog maar net, want hij was nog erg levendig. Om ons heen alleen hoge bomen en natuurlijk geen nest te ontdekken. Ook geen ouders die hun jong onder begeleiding met verlof lieten. De keuze is dan óf laten zitten en dood laten gaan, óf meenemen en hopen het beestje te kunnen redden. Het werd het laatste. Mijn verwachtingen waren niet erg hoog, maar toch het proberen waard.
Thuis had ik nog een hamsterkooi, heb er wat zaagsel ingedaan en een nestje gemaakt van doeken en keukenrol. Niet geheel onbelangrijk is de vraag wat zo’n beestje eet. Piertjes en beestjes was hij duidelijk niet zo dol op. Die liepen trouwens ook zo zijn bekje weer uit. Op internet vond ik een paar recepten voor jonge vogels. Gekookt ei, paneermeel, en gedroogde insecten. Dat had ik allemaal in huis en heb daar een papje van gemaakt. Samen met wat geprakte maïs. Hij vond het heerlijk!
Nu eerst afwachten of hij de eerste nacht door zou komen. Heel vroeg, de volgende ochtend, hoorden we hem al schreeuwen om voer. Dat was een goed teken! Maar wat had ik op m’n hals gehaald? Elk uur wilde hij voer, anders piepte hij alles bij elkaar. Heel intensief. Ook water moest er natuurlijk in, dus na wat hapjes voer met een spuitje water in zijn bek druppelen. Het wegdraaien van zijn koppie was het teken dat hij genoeg had.
Na een paar dagen en wat verder zoeken op internet, ben ik overgestapt op universeel vogelvoer, vinkenpaté, waar ik met water een mooi papje van kon maken. Daar draaide ik wormpjes van en kon ik het zo in zijn bekje stoppen. Hij groeide als kool! Na 5 dagen werden al meer veertjes zichtbaar en kwam hij zijn nestje uit om op een stokje te zitten. Aan de kleuren van zijn veertjes te zien leek het een vinkje.
Die dagen bleef hij keurig zitten waar we hem neerzetten. Mijn zoon nam hem zelfs mee naar boven als hij ging leren voor zijn tentamens, dat vond hij gezellig…Hij zette hem op een flesopener in een glas, zodat “flatsjes” netjes opgevangen werden. En…hij noemde hem “Janko”….
Daarna ging hij steeds meer fladderen, van zijn kooi naar de pc, naar de stoel en op de kast. Steeds iets verder, heel voorzichtig. Soms met een noodlanding als de afstand toch iets verder bleek, of als hij zijn landingsgestel nog niet uit had. Het kostte veel energie en na een paar hapjes eten en wat drinken viel hij dan uitgeput in slaap.
Dan breekt de dag aan dat het duidelijk wordt dat we hem niet eeuwig binnen kunnen houden. Het was ook van begin af aan de bedoeling hem terug te krijgen in de natuur, dus zo snel mogelijk naar buiten. Op het terras staat een vijgenboom, dicht tegen ons huis, met grote bladeren ter bescherming. Daar zette ik hem in en bleef hij rustig uren zitten, tot ik hem weer binnen haalde. Hij was nog klein en kwetsbaar, dat zagen de eksters ook. Die zaten al te loeren en deden pogingen hem te pakken. Dus vanaf nu goed opletten en hopen dat hij snel groter en sterker zou worden. Hopelijk gaat hij ook snel zelf zijn eten zoeken.
Enkele dagen blijft hij nog dicht bij huis en wil nog vaak eten, maar langzamerhand wordt dat minder en gaat hij vaker weg. Zijn duidelijke harde vinkenpiep is goed te herkennen. Als ik hem bij zijn naam roep antwoordt hij onmiddellijk met enkele piepjes. Ook komt hij direct naar me toe om nog wat te eten. Hij pakt het nu ook zelf uit mijn handen, in plaats van het in zijn bekje te stoppen. ‘S Nachts houd ik hem nog binnen, maar na een paar dagen niet meer. Wanneer ik de tuin inloop vliegt hij mee en landt regelmatig op mijn hoofd of schouder. Zelf voer zoeken doet hij nog niet volledig zelf. Nog zeker 4 tot 6 keer geef ik hem te eten, maar ik zie hem wel vaker op de mezentafel zaadjes snacken.
We zijn nu bijna 6 weken verder en ik had nooit gedacht zo’n jong, kwetsbaar vogeltje in leven te kunnen houden. Elke dag laat hij zich nog zien en horen. Antwoordt nog steeds met een luide piep als ik hem roep. Bijvoeren doe ik amper, het kost ook steeds meer moeite hem te lokken. Dat betekent dus dat hij aan het verwilderen is en dat is een goed teken. Het heeft erg veel tijd gekost, maar het is het zeker waard geweest.